Vraag en aanbod bepalen de prijs
40 a 45 % minder graszaad is in België wel 1400 ha maar ook 1400 Ton minder graszaad en daarbij een daling van het aanbod van 12000 Ton gras 1e snede en ruim 5000 Ton graszaadstro. Graszaad is over grote afstanden te verplaatsen maar ruwvoer moet in de dichte omgeving van het verbruik te vinden zijn. Vraag en aanbod zijn prijsbepalend zowel voor het zaad als voor het ruwvoer.
Hugo Adriansens
uit De Boerderij – Redactie
Een afnemende vraag en hoge tarweprijzen leiden tot een krimp van het areaal graszaad met 40%. Graszaadhandelsbedrijven rekenen op een herstel na volgend jaar.
De graszaadteelt loopt in Nederland via vijf bedrijven, die samen alle teelt onder contract hebben. In reguliere jaren is het areaal 14.000 tot 15.000 hectare groot, vertelt hoofd graszaadteelt Sieben Sattler van Barenbrug, een van de contracterende bedrijven. Voor komend jaar zijn de contracten zo goed als rond en duikelt het areaal naar 9.000 hectare. In het verleden waren er vaker schommelingen, maar de laatste jaren was het areaal redelijk stabiel. “Zo’n forse afname als nu maken we niet vaak mee, in elk geval niet in de afgelopen acht jaar”, geeft Sattler aan.
Dalende vraag en hoge tarweprijs
De krimp heeft twee belangrijke oorzaken: de hoge tarweprijs en een sterk gedaalde vraag naar gras vanuit de consumentenmarkt. Sinds de explosieve stijging van graanprijzen in het voorjaar kijken akkerbouwers naar tarwe als concurrent voor andere teelten. “Graszaad is net als tarwe een rustgewas en van toegevoegde waarde voor het organischestofgehalte”, zegt Sattler. “De tarweprijs ligt al sinds het voorjaar op zo’n hoog niveau dat het met graszaad concurreert, waar er in andere jaren een plus zit op het saldo van graszaad.”
‘Investeringen in nieuwe gazons blijven uit’
Jeroen Giesen is productiemanager bij DSV Zaden, maar spreekt als voorzitter van de Werkgroep Graszaad en Graszoden, waarin alle graszaadhandelsbedrijven en graszaadtelers vertegenwoordigd zijn. Volgens Giesen speelt de verminderde marktvraag van consumenten een cruciale rol.
“In de coronatijd zijn mensen gaan investeren in het opknappen van hun tuin en dat was terug te zien in de afzet. Nu is dat voorbij en hebben we bovendien een stevige inflatie”, licht hij toe. “Investeringen in nieuwe gazons blijven uit, consumenten kijken naar hun portemonnee en wachten af met investeringen. Dat zien de tuincentra ook terug.”
In de veevoermarkt ging het afgelopen jaar niet verkeerd, zegt hij. “De melkprijs is relatief hoog. De verwachting is daarom ook dat melkveehouders bereid zijn of blijven om in hun grasland te investeren.”
Lees verder onder de foto
Prijs gaat niet mee met niveau tarwe
Het prijsniveau in de contracten is overal wel iets gestegen, maar haalt het niet bij het saldo van tarwe in de afgelopen tijd. In de graszaadmarkt zit veel minder beweging dan in die van graan, verklaart Sattler. “Wij bieden vaste prijzen waarbij het motto is: geen hoge pieken, maar ook geen diepe dalen.” Dat werkt ook de andere kant op, zegt hij. “Toen jaren geleden zowel de tarweprijzen als energiekosten veel lager waren, zijn we akkerbouwers ook niet ineens veel minder gaan uitbetalen voor hun graszaad.”
Daarnaast is het een strategie om niet te hoog in te zetten met het areaal, legt Giesen uit. Voor de opbrengst van volgend jaar moet voldoende rendabele afzet te vinden zijn. “Daarom moet je niet tegen de klippen op willen produceren. Het is nodig om de markt af te remmen vanwege de verminderde vraag.”
Gunstige nabetaling
Voor de individuele teler kan het kleinere graszaadareaal gunstig uitpakken bij de nabetaling. De meeste telers hebben participerende contracten en dat betekent dat ze bij winst meeprofiteren. Er is een minimum-prijsafspraak en in juli volgt dan een nabetaling. “Naar verwachting is die nabetaling bij een kleiner aanbod beter, maar de ontwikkeling van de vraag in het voorjaar zal hierin de doorslag geven”, zegt Giesen.
Het kleinere graszaadareaal heeft verder geen grote gevolgen, omdat Nederland op wereldniveau een beperkt aandeel heeft in de graszaadproductie. Nederland is met hoogwaardig graszaad weliswaar een belangrijke partij, maar de echt grote spelers zijn Denemarken, Duitsland en Nieuw-Zeeland. “Wij produceren volgend jaar op 9.000 hectare graszaad, maar alleen al de Denen hebben een areaal van bijna 100.000 hectare”, zegt Giesen. Van tekorten zal dus geen sprake zijn, zelfs als de vraag in het voorjaar toeneemt.
Ruim 6% groter tarweareaal
De graanhandel rekent intussen op een 6,4% groter graanareaal in Nederland, zo meldde graanhandelsorganisatie Coceral onlangs. Niet alleen als alternatief voor graszaad, maar ook voor conserventeelt en zelfs aardappelen zal tarwe naar verwachting in nieuwe bouwplannen een groter aandeel krijgen.
Giesen gaat er vanuit dat herstel van de graszaadmarkt binnen een aantal jaren mogelijk is. “We doen nu een stap terug, om later weer meer te kunnen produceren en een concurrerend saldo te kunnen bieden. Bij herstel van de markt zijn wij het eerste land dat de graszaadproductie weer zal opvoeren. Uiteraard is dat van verschillende factoren afhankelijk. Er zal een moment komen waarop mensen zich gaan afvragen wat we in hemelsnaam met al die bergen graan in Nederland gaan doen. Dan volgt een correctie van de tarweprijs.”