Invloed maaitijdstip op de zaadopbrengst van Italiaans raaigras.
Bij proeven, uitgevoerd door ILVO in 1998, 1999 en 2000 werd specifiek nagegaan of de visuele bepaling van het optimale maaitijdstip al dan niet de hoogste zaadopbrengst geeft.
Hiervoor werd, naast het optimale maaitijdstip (T2), enerzijds een aantal dagen vroeger (T1) en anderzijds een aantal dagen later (T3) gemaaid. Ook werd de koppeling gemaakt met het vochtgehalte van het zaadgewas kort voor zwadmaaien. Bij alle proeven in elk proefjaar werd ernaar gestreefd dat het aantal ” ligdagen” na het zwadmaaien identiek was bij alle maaitijdstippen.
Deze proeven werden met het diploïd Italiaans raaigras Adin bij dezelfde teler in Watervliet uitgevoerd. De teler beschikt over voldoende homogene gronden en grote gelijkvormige percelen en voerde zowel de maaiwerkzaamheden als het dorsen zelf uit waardoor de afstellingen en manier van maaien en dorsen ongewijzigd bleven bij alle uitvoeringen.
Deze proeven werden uitgevoerd door ILVO in het kader van het toenmalige 5B project Meetjesland – Westhoek. Resultaten:
proef 1998 | Maaien | Dorsen | Zaadopbrengst (kg/ha) | Triage-rendement (%) | Kiemkracht ( %) | Duizendkorrel- gewicht (g) |
T1 | 23/jul | 26/jul | 1408 | 89 | 94 | 2,349 |
T2 | 26/jul | 29/jul | 1506 | 91 | 97 | 2,450 |
T3 | 29/jul | 1/aug | 1406 | 86 | 97 | 2,373 |
Proef 1999 | Maaien | Dorsen | Zaadopbrengst (kg/ha) | Triage-rendement (%) | Vochtgehalte bij maaien (%) | Vochtgehalte bij dorsen (%) |
T1 | 26/jul | 28/aug | 1638 | 93 | 40,7 | 18,3 |
T2 | 29/jul | 31/jul | 1795 | 95 | 33,6 | 6,3 |
T3 | 1/aug | 3&4/aug | 1499 | 94 | 22,1 | 12 & 14,6 |
Proef 2000 | Maaien | Dorsen | Zaadopbrengst (kg/ha) | Triage-rendement (%) | Vochtgehalte bij maaien (%) | Duizendkorrel- gewicht (g) |
T1 | 5/aug | 8/aug | 1245 | 92 | 40,5 | 2,502 |
T2 | 9/aug | 12/aug | 1439 | 91 | 31,7 | 2,642 |
T3 | 13/aug | 16/aug | 1290 | 86 | 14,4 | 2,634 |
Besluit:
In alle drie de proefjaren werd op het visueel optimale maaitijdstip de hoogste zaadopbrengsten bekomen. Zowel bij “te vroeg” als “te laat” maaien daalde de zaadopbrengst t.o.v. het optimaal maaitijdstip. Oogst 1999 was een enorm drogend jaar tijdens de oogst waarbij zaaduitval door “te laat ” maaien onherroepelijk was.